Het volgende is in hoofdstuk 8 Goniometrie aan de orde geweest.
Een punt beweegt volgens de standaardcirkelbeweging:.
Dat is de beweging over de eenheidscirkel in tegenwijzerrichting met startpunt .
We nemen de tijd in seconden en de afstanden in cm. De grootte van de snelheid is dan cm/s.
In deze paragraaf variëren we op de standaardcirkelbeweging.
beweegt volgens , met .
Beschrijf de beweging van zoals hierboven voor de eenheidscirkel gedaan is.
Kun je de snelheid van bepalen zonder te differentiëren? Licht je antwoord toe.
Bereken de snelheidsvector op tijdstip .
Bereken de snelheid. Is je antwoord hetzelfde als in vraag a?
Gebruik het inproduct om te laten zien dat de snelheidsvector loodrecht staat op de straal.
Hiernaast zie je een schijf met middelpunt. Er is een punt op de rand van de schijf aangegeven en nog een punt . De schijf draait met constante snelheid om het middelpunt. De snelheidsvector van het punt is getekend.
Teken op het werkblad de snelheidsvector van het punt . Let op de juiste lengte.
We bekijken de cirkelbeweging
met willekeurig, ongelijk .
Beschrijf de beweging als .
Hoelang duurt een rondje? Hoe groot is de snelheid (niet differentiëren)?
Licht je antwoord toe.
Neem . Wat is het verschil met de beweging in het geval
Druk de snelheidsvector op tijdstip in uit.
Bereken de (grootte van) snelheid. Klopt dat met je antwoord in vraag a en b?
Beschrijf de beweging precies.
is het punt .
Punt beweegt volgens ,
met en .
De baan is een cirkel met middelpunt .
De beweging gaat in tegenwijzerrichting als , anders in wijzerrichting.
De tijd voor één rondgang is: .
Omdat de snelheid van constant is, spreken we van een eenparige cirkelbeweging.
De bewegingsvergelijkingen van zijn:
, met positief.
Leg uit dat over een cirkel beweegt, maar niet steeds dezelfde snelheid heeft.
Hoe vaak wordt het punt gepasseerd op het tijdsinterval ?
Welke afstand legt af in het tijdsinterval ?
Bepaal hoe groot de snelheid van op tijdstip is, zonder de snelheidsvector te bepalen. Licht je antwoord toe.
Bereken de snelheidsvector op tijdstip met differentiëren.
Wat is de snelheid op tijdstip volgens vraag d? Klopt die met je antwoord op vraag c?
In een eerder hoofdstuk hebben we ook andere bewegingen over de eenheidscirkel bekeken, bijvoorbeeld de beweging:
.
Ga langs algebraïsche weg na dat de beweging over de eenheidscirkel gaat.
Bereken de snelheidsvector op tijdstip .
Toon met het inproduct aan dat de snelheidsvector loodrecht staat op de straal.
![]() |
![]() |
In het plaatje hierboven wordt rechthoek horizontaal vermenigvuldigd met factor . Dat wil zeggen: de afstand van elk punt van de rechthoek tot de -as wordt verdubbeld (en de afstand tot de -as blijft gelijk). Het beeld is rechthoek .
Als je rechthoek horizontaal met factor vermenigvuldigt, krijg je rechthoek .
Wat zijn de coördinaten van het punt dat je krijgt door het punt horizontaal met factor te vermenigvuldigen? En als je het met factor vermenigvuldigt?
Wat is het beeld van bij verticale vermenigvuldiging met factor ?
Wat is het beeld van bij vermenigvuldiging met factor ten opzichte van de oorsprong ?
Het punt
horizontaal vermenigvuldigen met geeft het punt ,
verticaal vermenigvuldigen met geeft het punt ,
ten opzichte van vermenigvuldigen met geeft het punt .
maakt de standaardcirkelbeweging:
.
is het punt dat je krijgt door horizontaal met te vermenigvuldigen.
Met beweegt ook .
Geef de bewegingsvergelijkingen van .
Bereken de snelheidsvector van op tijdstip .
In de figuur zie je de baan van , met in een bepaalde positie.
Construeer de snelheidsvector van in die positie met behulp van de snelheidsvector van in een geschikte positie.
(Geef zoals gebruikelijk een snelheidsvector met grootte aan met lengte .)
Licht je antwoord toe.
In welke punten van de baan is de snelheid van het grootst? Licht je antwoord toe.
Ga met behulp van onderdeel b na dat de snelheid van op tijdstip gelijk is aan .
Ga met de formule in het vorige onderdeel na in welke punten het snelst beweegt. Licht je antwoord toe. Geef je antwoord exact, zonder te differentiëren.
De baan van noemen we een ellips.
Door de eenheidscirkel horizontaal en/of verticaal te vermenigvuldigen krijg je een ellips.
Een ellips heeft twee symmetrieassen (tenzij de vermenigvuldigingsfactor of is).
De stukken hiervan die binnen de ellips liggen heten korte en
lange as
We gaan een vergelijking van de ellips van opgave 18 opstellen.
Het punt op de ellips krijg je door
(het origineel van ) horizontaal met te vermenigvuldigen.
De eerste coördinaat van noemen we
en de tweede . Er geldt:
.
Druk de coördinaten van uit in en .
Met behulp van a kun je de vergelijking herschrijven tot een verband tussen en .
Welke vergelijking vind je zo?
Gegeven de figuur met vergelijking
Bereken langs algebraïsche weg de coördinaten van de snijpunten van de figuur met de coördinaatassen.
Teken de figuur in GeoGebra.
De figuur ontstaat door de eenheidscirkel horizontaal en verticaal met bepaalde factoren te vermenigvuldigen.
Hoe?
De figuur met vergelijking , met is een ellips.
Als , is de ellips geen cirkel en kunnen we spreken van de assen van de ellips. Die liggen op de coördinaatassen en hebben lengte
en .
In opgave 19 heb je een manier gevonden om een vergelijking van de beeldfiguur (ellips) te vinden met de vergelijking van de originele figuur (eenheidscirkel). Die manier kun je algemener gebruiken.
We verschuiven de eenheidscirkel over de vector .
Een punt op de beeldfiguur ontstaat uit een punt op de eenheidscirkel.
Druk en uit in en .
De vergelijking kun je herschrijven tot een vergelijking in en .
Doe dat.
Geef een vergelijking van de ellips met een horizontale as van lengte en verticale as van lengte , waarbij de assen snijpunt hebben.
De ellips met een horizontale as van lengte , een verticale as van lengte en symmetriepunt heeft vergelijking .
Een punt
beweegt volgens:
, met
.
De baan is een zogenaamde spiraal van Archimedes.
Bereken de snelheidsvector op tijdstip .
De beweging gaat over een ‘uitdijende’ cirkel met straal en met ‘omlooptijd’ .
Schrijf de snelheidsvector op tijdstip in de vorm:
.
is dus de som van twee componenten en .
Ga na dat de eerste component radieel gericht is, dat wil zeggen in de richting van de straal.
Ga na dat de tweede component
tangentieel gericht is, dat wil zeggen in de raakrichting van de cirkel met straal .
(Latijn: tangĕre=raken)
Hieronder en op het werkblad is een stuk van de baan getekend.
Teken de radiële en tangentiële component van de snelheidsvector in het aangegeven punt.
Bereken de snelheid op tijdstip op twee manieren: met je antwoord op a en met je antwoord op d.
Bij een eenparig rechtlijnige beweging is de versnelling . Omgekeerd: als de versnelling bij een beweging is, dan is de beweging eenparig rechtlijnig. Verandert de snelheidsvector bij een beweging in richting of in grootte, dan is er sprake van een versnelling. De versnelling wordt gedefinieerd als de verandering van de snelheidsvector.
beweegt volgens .
De versnellingsvector van is dan:
.
Als je een voorwerp aan een touw rond slingert, is er een kracht nodig in de richting van
het middelpunt van de cirkel, de zogenaamde centripetale kracht .
Er geldt (tweede wet van Newton) . We noemen
de centripetale versnellingsvector. (Latijn: petĕre=zoeken)
Bekijk de standaardcirkelbeweging en ga na dat de versnellingsvector in de richting van het middelpunt wijst.
Neem aan: .
Bereken de grootte van de versnellingsvector van de beweging: .
Bekijk de beweging .
Wat is de grootte van de versnellingsvector?
Laat zien dat de versnelling gelijk is aan , waarbij de snelheid is.
Bereken de versnellingsvector van de beweging van de kanonskogel van opgave 1.
Wat stelt deze versnelling voor?
Bekijk nog eens de beweging van opgave 5: .
Bepaal exact in welk punt de versnelling absoluut gezien minimaal is.