In deze paragraaf bekijken we de baan en de snelheid van een punt dat aan twee bewegingen tegelijkertijd deelneemt. In paragraaf 2 van hoofdstuk 11 Bewegen hebben we gezien dat de snelheidsvector van de resulterende beweging de som van de snelheidsvectoren van de twee samenstellende delen is. Hier vergelijken we die manier met het bepalen van de snelheidsvector door differentiëren.
Een cirkel met straal
cm rolt zonder slippen over de -as (de grondlijn).
Het middelpunt van de cirkel is op tijdstip in
.
We bekijken nog eens de beweging van het vast gekozen punt op de cirkelrand dat op
in is. De baan van is een cycloïde.
Bepaal de tijdstippen waarop op de grondlijn komt en ook de tijdstippen waarop maximale hoogte heeft exact.
Kun jij zonder differentiëren zeggen wat de snelheidsvector van is op het moment dat het op de grondlijn komt? Licht je antwoord toe.
Wat is de snelheidsvector van in de toppen (zonder differentiëren)? Licht je antwoord toe.
We gaan verder met opgave 25. Zoals eerder opgemerkt, neemt deel aan twee bewegingen.
beweegt over de cirkel met middelpunt in wijzerrichting en is op tijdstip in het laagste punt van de cirkel.
beweegt over de lijn en is op in .
Bepaal de snelheidsvector op tijdstip bij elk van deze bewegingen.
De snelheidsvector van op tijdstip is de som van de vectoren uit vraag a.
Welke snelheidsvector op tijdstip vind je?
De bewegingsvergelijkingen van zijn: .
Ga na dat je hetzelfde antwoord als in b vindt door de snelheidsvector bij deze beweging met differentiëren te bepalen.
In het hoofdstuk Bewegen heb je de snelheidsvector in een punt van de cycloïde geconstrueerd.
Voer die constructie nog eens uit op het werkblad.
In het vervolg van deze opgave gaan we een mooie eigenschap van de snelheidsvector ontdekken. Daarmee kunnen we dan handiger de raaklijn in aan de cycloïde vinden.
We zullen zien dat lijn in figuur 2 de raaklijn aan de cycloïde is in . Hierbij is het hoogste punt op de rolcirkel. De lijn loodrecht op snijdt de "topraaklijn" in . De lijn door evenwijdig aan de grondlijn noemen we .
Waarom zijn de driehoeken en congruent?
Dus de hoeken en zijn even groot.
Waarom is lijn bissectrice van de lijnen en ?
In opgave 26 hebben we gezien dat de snelheidsvector van de som van twee snelheidsvectoren is, één die evenwijdig is met lijn en één die evenwijdig is met lijn .
Hoe volgt nu dat de somvector van deze twee evenwijdig is met lijn ?
Figuur 2 toont de plaats van op een bepaald moment.
Welk punt van de rolcirkel staat op dat moment stil?
De raaklijn in een punt van de cycloïde gaat door de top van de rolcirkel.
Er is nog een andere manier om in te zien dat elke raaklijn aan de cycloïde door de top van de rolcirkel gaat.
Het punt uit onderdeel e van opgave 27 noemen we .
Op dat moment draait lijnstuk dus om .
Omdat de raaklijn in een punt aan de cirkel loodrecht op de straal staat, volgt hieruit dat de raaklijn in aan de cycloïde door de top van de rolcirkel gaat.
Leg dat uit.
Dat de snelheidsvector van de resulterende beweging de som van de snelheidsvectoren van de twee samenstellende delen is, volgt ook uit de somregel voor differentiëren.
is een punt van een cycloïde. De getrokken lijn is de grondlijn. Het middelpunt van de rolcirkel heeft de stippellijn als baan.
Teken op het werkblad de raaklijn in aan de cycloïde als op een opgaand stuk van de cycloïde ligt. Licht je antwoord toe.
Teken de raaklijn in aan de cycloïde als op een neergaand stuk van de cycloïde ligt. Licht je antwoord toe.
In het hoofdstuk Bewegen hebben we de limaçon bekeken.
Een cirkel (de rolcirkel genoemd, in figuur 1 wit) wordt zonder slippen om een andere cirkel (in figuur 1 oker) gerold. Beide cirkels hebben dezelfde straal. We volgen de beweging van een punt op
de omtrek.
De baan van wordt limaçon genoemd.
Neem aan: de cirkels hebben straal . We brengen een assenstelsel aan zó dat het contactpunt van de cirkels de standaardcirkelbeweging maakt, dat wil zeggen dat
op in
is en met snelheid eenheid/s linksom over de eenheidscirkel beweegt.
(Zeg dat de tijd is, die we rekenen in seconden.)
De baan van is hieronder getekend.
Het middelpunt van de rolcirkel beweegt over de gestippelde cirkel.
neemt deel aan twee bewegingen:
draait in tegenwijzerrichting over de rolcirkel met middelpunt ,
het middelpunt draait in tegenwijzerrichting om over een cirkel met straal .
De gegevens zijn zoals hierboven beschreven.
Zoals we in het hoofdstuk Bewegen gezien hebben beweegt het punt twee keer zo snel als het contactpunt
De bewegingsvergelijkingen van het punt zijn:
.
Bepaal de snelheidsvector van de beweging met differentiëren.
Wat is de snelheidsvector op ?
Bereken exact de tijdstippen waarop horizontaal beweegt, met behulp van de snelheidsvector uit a.
Bereken ook exact de tijdstippen waarop verticaal beweegt, met behulp van de snelheidsvector uit a.
Beschrijf de beweging van ten opzichte van
in woorden.
Doe dat ook voor de beweging van ten opzichte van .
De beweging van ten opzichte van wordt gegeven door:
.
De baan ziet er zó uit.
Er is een tijdstip tussen en waarop de eerste coördinaat van gelijk is aan .
Bereken dit tijdstip exact.
Teken op het werkblad de kleine schijf op dit tijdstip.
Construeer de snelheidsvector waarmee op dat moment beweegt als som van de snelheidsvectoren van de twee afzonderlijke bewegingen.
Bepaal de snelheidsvector op tijdstip met differentiëren.
Controleer je antwoord op d met de snelheidsvector die je in e gevonden hebt.
De calypsokromme heeft drie punten waar de snelheidsvector is.
Welke punten van de kromme zijn dat, denk je?
Beredeneer dat de snelheidsvector in gelijk aan is.
Bereken de coördinaten van de punten waar de snelheidsvector is, met behulp van de snelheidsvector uit opgave 31e.
![]() |
![]() Jakob Steiner (1796-1863)
Zwitsers wiskundige |
De calypsokromme van opgave 31 kun je ook als volgt krijgen.
Neem een punt op een cirkel met straal .
Rol die cirkel aan de binnenkant over een cirkel met straal . Als je de cirkel met straal met middelpunt neemt en door
laat gaan, krijg je precies de figuur van opgave opgave 31.
De baan van staat bekend als de Deltoïde van Steiner. Zie de GeoGebra applet Deltoïde. Je kunt hem ook bij Wikipedia vinden:
http://it.wikipedia.org/wiki/Deltoide_(curva).