De punten vormen de lijn door evenwijdig met de vector .
De punten vormen de lijn door evenwijdig met de vector .
De punten vormen de lijn door evenwijdig met de vector .
Zie figuur, in alle gevallen krijg je de figuur hieronder links, behalve in het geval in de eerste rij rechts. Dan krijg je de figuur hieronder rechts.
![]() |
![]() |
Alleen de tweede niet.
En als alle mogelijke waarden aanneemt, dan , en ook.
Als je voor invult, krijg je de plaatsvector van en als je voor invult, krijg je de plaatsvector van . Omdat je een vectorvoorstellng van een rechte lijn hebt, is het er een van lijn .
Tussen en ; alle punten ‘rechts’ (niet aan de kant van ) op de lijn .
Van de lijn .
-
, zie rechter figuur.
![]() figuur bij opgave 44
|
![]() figuur bij opgave 45
|
-
in
-
, maar er zijn nog vele andere antwoorden mogelijk.
We komen daar op terug.
als , dan
, . Met de -as: , met de -as: .
De bijbehorende vectorvoorstellingen hebben richtingsvectoren en en die zijn veelvouden van elkaar.
of of .
Dezelfde lijn als .
,
,
-
Dan voor een zekere waarde van .
We veronderstellen dat (anders en dan gaat het net zo).
Dan zie je door de bovenste kentallen te vergelijken: , dus (onderste kentallen): .
Omgekeerd (we veronderstellen weer dat ): als , neem dan , dan .
of of .
of .
is pv van .
Snijpunt met de -as: dan .
Dit geeft het punt .
Snijpunt met de -as: dan .
Dit geeft het punt .
Het midden van is , dus een richtingsvector van de zwaartelijn is oftewel . Een pv is dan: .