De verticale verplaatsing is de toename van de tweede coördinaat ;
die noemen we .
De horizontale verplaatsing is de toename van de eerste coördinaat ;
die noemen we .
De richtingscoëfficiënt (rc of rico) van de lijn wordt gegeven door
.
Een verticale lijn heeft geen richtingscoëfficiënt.
De grafiek van de vergelijking
is een rechte lijn.
De factor (waarmee wordt vermenigvuldigd)
is de richtingscoëfficiënt van de lijn.
De richtingscoëfficiënt geeft aan hoeveel de verandert als de met één toeneemt.
Het getal is de tweede coördinaat van het snijpunt van de lijn met de -as.
wordt ook wel het hellingsgetal en het startgetal genoemd.
Bereken de vergelijking van de lijn die door de punten
en
gaat.
Oplossing
Bepaal eerst de richtingscoëfficiënt:
.
Je weet nu: .
Bepaal door de coördinaten van bijvoorbeeld punt
in te vullen:
,
dus .
Het antwoord: .
Controleer je antwoord met behulp van punt :
en dat klopt.
tan(α) = |
sin(α) = |
cos(α) = |
'TOA' |
'SOS' |
'CAS' |
α is de hellingshoek van een rechte lijn; α .
Dan geldt: richtingscoëfficiënt = tan(α).
%. |
tan(α)%. |
Vergelijkingen van de vorm
geven als grafiek ook rechte lijnen.
geeft een horizontale lijn.
geeft een verticale lijn.
Door de formule om te schrijven in de vorm krijg je:
Punten ,
en liggen op een lijn als geldt
().
Snijpunten van twee rechte lijnen bereken je door beide vergelijkingen in de vorm
te schrijven en dan aan elkaar gelijk te stellen.
Of door de ene vergelijking in de andere te substitueren.
Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen met vergelijkingen en .
Oplossing (beide omzetten)
Omschrijven:
en
Gelijkstellen:
Breuken weg (alles keer ):
Verder oplossen:
Invullen in één van beide vergelijkingen geeft .
Antwoord: het snijpunt is .
Oplossing (substitutie-methode)
Tweede vergelijking omschrijven:
Substitueren:
Verder oplossen:
...
Invullen in
geeft .
Antwoord: het snijpunt is .
De gemiddelde helling van een grafiek tussen twee punten bereken je door de richtingscoëffciënt te berekenen van het lijnstukje dat de twee punten met elkaar verbindt.
De helling in een punt op een grafiek bepaal je door in dat punt de raaklijn te tekenen en van deze raaklijn de richtingscoëfficiënt te berekenen.
We kennen 6 soorten van stijgen en dalen: