Gegeven zijn de lijnen met vergelijking
en
.
In het snijpunt van deze twee lijnen zijn de -coördinaten
voor een bepaalde waarde van gelijk aan elkaar.
Stel een vergelijking op om de -coördinaat van het snijpunt uit te rekenen.
Los deze vergelijking exact op.
Wat zijn dus de coördinaten van het snijpunt?
Bereken exact het snijpunt van de twee lijnen met vergelijking en .
Om het snijpunt van de lijnen met vergelijking
en
op te lossen krijg je de vergelijking
.
Om deze op te lossen moet je veel met breuken rekenen. Het is dan handiger om de hele vergelijking (dus alle termen van de vergelijking) met een getal te vermenigvuldigen, zodat de breuken verdwijnen.
Met welk getal kun je deze vergelijking het beste vermenigvuldigen?
Doe dit en los de vergelijking verder op.
Wat zijn de coördinaten van het snijpunt?
Bereken zo ook de exacte coördinaten van het snijpunt van de lijnen met vergelijking en .
Gegeven zijn de lijnen met vergelijking
en
.
Om het snijpunt van deze twee lijnen te berekenen kun je de tweede vergelijking eerst omzetten
in de vorm
en dan het snijpunt uitrekenen door ze aan elkaar gelijk te stellen.
Bereken op deze manier de exacte coördinaten van het snijpunt.
In plaats van de tweede vergelijking eerst om te schrijven, kun je de eerste vergelijking ook substitueren (of 'invullen') in de andere vergelijking:
Je krijgt dan .
Los deze vergelijking verder op.
Wat is het voordeel van deze methode ten opzichte van de eerste methode?
Bereken met deze substitutie-methode de coördinaten van het snijpunt van de volgende twee lijnen:
en
.
Soms heb je twee lijnen met vergelijkingen in de vorm
.
Om dan het snijpunt van de twee lijnen uit te rekenen heb je de volgende mogelijkheden:
Beide vergelijkingen omzetten in de vorm en dan aan elkaar gelijkstellen.
Eén van beide vergelijkingen omzetten in de vorm (of ) en deze dan in de andere substitueren.
Gegeven zijn de twee lijnen met vergelijking en .
Bereken exact het snijpunt van de twee lijnen. Kies zelf een werkwijze.
Bereken de exacte coördinaten van het snijpunt van de lijnen met vergelijking en .
Gegeven is voor elke waarde van
lijn
met vergelijking .
Voor elke waarde van krijg je een andere lijn.
Als je bijvoorbeeld neemt,
krijg je de lijn met vergelijking
,
ofwel .
En geeft lijn
:
.
In de figuur hieronder staan voor negen verschillende waarden van de grafiek van
getekend.
Je ziet dat je een zogenaamde lijnenbundel of lijnenwaaier krijgt:
lijn gaat
voor elke waarde van
door het punt ,
met telkens een andere richtingscoëfficiënt.
Voor welke waarde van gaat lijn door de oorsprong?
Oplossing
Vul punt
in de vergelijking van in.
Je krijg ,
ofwel .
Dus .
Gegeven is voor elke waarde van lijn met vergelijking .
Welk punt ligt op lijn voor elke waarde van ?
Bereken exact voor welke waarde van lijn door het punt gaat.
Lijn heeft vergelijking .
Voor welke waarde van hebben lijnen en geen punten gemeenschappelijk?
Het snijpunt van en ligt op de -as. Bereken exact de waarde van .
Gegeven is voor elke waarde van lijn met vergelijking .
Welk punt ligt op lijn voor elke waarde van ?
Teken de lijn voor enkele waarden van .
Bereken exact voor welke waarde van lijn door het punt gaat.
Bereken exact voor welke waarden van
lijn de -as
op afstand van de oorsprong snijdt.
(Let op: er zijn twee waarden van .)
Gegeven is lijn met vergelijking .
Bereken voor welke waarde van punt op lijn ligt.
Onderzoek of er nu ook een punt is die voor elke waarde van op lijn ligt.
Neem . Bereken de richtingscoëfficiënt van .
Bereken voor welke waarde van lijn richtingscoëfficiënt heeft.
Bereken exact voor welke waarde van lijn evenwijdig is aan de lijn met vergelijking .
Gegeven zijn de punten , en .
Bereken als punt op de lijn met vergelijking ligt.
Bereken exact voor welke waarde van lijn richtingscoëfficiënt heeft.
Bereken exact voor welke waarde van lijn richtingscoëfficiënt heeft.
Bereken exact voor welke waarden van lijnen en dezelfde richtingscoëfficiënt hebben.
Gegeven zijn voor elke waarde van de punten en .
Neem en bereken de richtingscoëfficiënt van de lijn .
Bereken ook de richtingscoëfficiënt als , als en als .
In opgave 64 kreeg je vier keer hetzelfde antwoord (als je die opgave goed gemaakt hebt). In opgave 65 gaan we dat begrijpen.
Vereenvoudig zo ook:
We keren terug naar de lijn in opgave 64.
Laat zien dat de richtingscoëfficiënt van lijn voor elke waarde van
gelijk is aan
.
Laat vervolgens langs algebraïsche weg zien dat voor elk getal de richtingscoëfficiënt is.
Waarom is er bij vraag b vermeld dat ongelijk is?
Gegeven zijn de punten en .
Neem en en bereken de richtingscoëfficiënt van de lijn .
Bereken ook de richtingscoëfficiënt als
en .
En als
en .
Laat langs algebraïsche weg zien dat voor alle getallen en (), de richtingscoëfficiënt is.
Waarom is er bij vraag c vermeld dat en niet gelijk aan elkaar zijn?
Gegeven zijn de punten en .
Neem en en bereken de richtingscoëfficiënt van de lijn .
Bereken ook de richtingscoëfficiënt als
en .
En ook als en
.
Laat langs algebraïsche weg zien dat voor alle getallen en (), de richtingscoëfficiënt is.
Waarom is er bij vraag c vermeld dat en niet gelijk aan elkaar zijn?
Gegeven zijn de punten , en .
Bereken exact voor welke waarde van de punten , en op een rechte lijn liggen.