Voor alle getallen en en alle vectoren , en geldt:
is een getal en is de vector met lengte .
is vector die tegengestelde gericht is aan en dezelfde lengte heeft als
.
Er geldt:
.
In plaats van schrijven we
wel .
is de vector die het punt naar het punt verplaatst.
Er geldt: , zie figuur 1.
Als er een oorsprong is gekozen, noemen we de plaatsvector van het punt . In plaats van schrijven we ook wel .
We zeggen dat twee vectoren, beide niet , (onderling) afhankelijk zijn als ze dezelfde of tegengestelde richting hebben.
In figuur 2 is de vector ontbonden in zijn componenten langs de lijnen en , dat wil zeggen: de twee (unieke) vectoren evenwijdig aan lijn ,en evenwijdig aan lijn zijn bepaald zó, dat .
![]() figuur 1
|
![]() figuur 2
|
![]() figuur 3
|
In figuur 3 is de vector in zijn componenten en langs de lijnen en ontbonden.
Als en ,
dan volgt uit gelijkvormigheid:
.
De lengte van de vector noteren we met .
De massa’s , , … , bevinden zich op de plaatsen
, , … , . Het zwaartepunt noemen we .
Dan: .
Hierbij is .
In driehoek liggen punten , en op de zijden , en , zie figuur 4. Dan komen de volgende twee dingen op hetzelfde neer.
![]() figuur 4
|
![]() figuur 5
|
De lijnen , en gaan door één punt.
In driehoek liggen punten , en op de zijden , en .
De lijnen , en gaan door één punt, zie figuur 5. De lengte van van de stukken waarin de punten , en de zijden verdelen staan in het plaatje.
Voor de lengte van het zesde stuk geldt: , dus: , dus .
Een (meetkundige) zwaartelijn van een driehoek verbindt een hoekpunt met het midden van de tegenoverliggende zijde, zie figuur 6.
Een speciaal geval van de stelling van Ceva is het volgende.
De zwaartelijnen van een driehoek gaan door één punt, het meetkundig zwaartepunt van de driehoek.
Het zwaartepunt verdeelt de zwaartelijnen in de verhouding .
Er geldt: .
Door in alle mogelijke getallen voor in te vullen, krijg je de plaatsvectoren van alle punten op de lijn door evenwijdig met , als .
We noemen een vectorvoorstelling van , zie figuur 7.
We noemen in deze schrijfwijze de startvector
(of ook wel
steunvector)
en de richtingsvector van .
![]() figuur 7
|
![]() figuur 8
|
Een vectorvoorstelling van lijn is:
ook wel: , met , zie figuur 8.
Het inproduct van twee vectoren
en
is:
.
Er geldt: als en beide niet , dan
en staan loodrecht op elkaar.
Verder geldt:
.
We noemen twee vectoren (beide niet de nulvector) afhankelijk
als ze veelvoud van elkaar zijn.
en zijn afhankelijk
, als en niet beide en en niet beide ).
Neem aan: .
De vector die je krijgt door over
linksom te draaien, noemen we
;
de vector die je krijgt door over
rechtsom te draaien, noemen we
, zie figuur 9.
Er geldt: en
.
De punten vormen de rechte lijn door het punt
met richtingsvector .
We schrijven ook wel:
en noemen dit een parametervoorstelling van die lijn ( is de parameter).
De bijbehorende vectorvoorstelling is: .
We geven nog enkele voorbeelden.
Gegeven zijn de punten , en .
Een parametervoorstelling van lijn is bijvoorbeeld:
.
Een parametervoorstelling van de lijn door evenwijdig met de lijn is bijvoorbeeld:
.
Een parametervoorstelling van de lijn door loodrecht op is bijvoorbeeld:
.
Neem aan: in de punten , en zitten massa’s , en .
De coördinaten van het zwaartepunt met dit massasysteem zijn:
.