Kruistabellen

Enquête

	Jongen	Meisje	Totaal
Wel baantje	3	8	11
Geen baantje	13	12	25
Totaal	16	20	36

Van de meisjes hebben 40% een baan, van de jongens 18,75%. Ja dus.

	gelovig	niet gelovig	Totaal
Wel sport	8	18	26
Geen sport	3	7	10
Totaal	11	25	36

Van de gelovigen doet 72% aan sport, van de anderen ook. Beide groepen doen evenveel aan sport.

In de grote tabel staan onderaan de totalen van de kolommen.

niet gelovigen: $117 / 11 = 10,63$ euro
gelovigen: $269 / 25 = 10,76$ euro

Nee

	exact	niet exact	Totaal
Denksport	3	7	10
Geen denksport	12	14	26
Totaal	15	21	36

Van de leerlingen met exacte belangstelling doet 20% aan denksport.
Van de leerlingen met een andere belangstelling doet 33% aan denksport.
Dit wijst op een verband tussen niet-exacte belangstelling en het doen van een denksport!

De som in de kolom "vakgebied".

Je kunt daarmee het gemiddelde zakgeld berekenen: $368 / 36 = 10,72$ euro.

Alleen een leerling die aan een denksport doet en bovendien een eigen computer heeft, levert als product $1 \cdot 1 = 1$ . De anderen geven $1 \cdot 0$ , $0 \cdot 1$ of $0 \cdot 0$ . Door de uitkomsten op te tellen, krijg je het aantal keer $1 \cdot 1 = 1$ , dus het aantal leerlingen die zowel aan denksport doen als een eigen computer hebben.

Hij trekt de kolom "geslacht" van 1 af en vermenigvuldigt de uitkomst met de kolom "baantje". De som van de producten is het gevraagde aantal.
of
Hij vermenigvuldigt de kolommen "geslacht" en "baantje", telt de resultaten op en trekt de som van het totaal af van de kolom "baantje".

Groeperen

	0-4	5-9	10-14	15-19	20-24	totaal
20-29	5	2	1			8
30-39	9	5	1			15
40-49	5	3	3	1		12
50-59	3	2	2	1	1	9
60-69	1	3	2			6
totaal	23	15	9	2	1	50

Jonge mensen hebben weinig ziekteverzuim. Mensen boven de 60 ook.

Door W en G van A af te trekken.

$Pts = 3 \cdot W + G$

0, want elk doelpunt wordt één keer "voor" en één keer "tegen" geteld.

Tel alle "voor" doelpunten op: 386.
Dit gedeeld door het aantal $11 \cdot 10 = 110$ wedstrijden, geeft gemiddeld 3,5 doelpunt per wedstrijd.

De som van kolom G is 28. Dit gedeeld door 2 geeft 14 gelijke spelen.

Als een ploeg zelf veel scoort, krijgt ze weinig tegendoelpunten.
Als een ploeg zelf weinig scoort, krijgt ze veel tegendoelpunten

Het is tussen 1981 en 2000 8 keer voorgekomen dat de temperatuur in De Bilt tussen 1:00 en 2:00 uur lag tussen -11 en -10,1 $° C$ .

In de 20 jaar zijn er 15 keer 365 dagen en 5 keer 366 dagen. $15 \cdot 365 + 5 \cdot 366 = 3705$

Ook 3705

$24 \cdot 3705 = 175320$ keer

9-9,9 ; die kwam 9767 keer voor

-16 -12,1 ; 20:01 24:00

Tel op: $1 + 1 + 1 + 2 + 1 + 2 + 4 + 4 + 4 + 3 = 23$

Warmer dan 28 $° C$ : tel op: $0 + 0 + 176 + 472 + 132 + 0 + 0 + 0 + 7 + 30 + 3 + 0 = 820$ . Dit gedeeld door 175320 is 0,00467.... Dus 0,47%.
Kouder dan $‐ 12$ $° C$ : tel op: $4 + 4 + 0 + 0 + 0 + 3 + 47 + 46 + 8 + 0 + 7 + 23 = 142$ . Dit gedeeld door 175320 is 0,0008099.... Dus 0,081%

12s

13s

Tel de getallen in de rijen op. Vermenigvuldig de sommen met $(2 + het getal in de A-kolom)$ , dus met -18 t/m 34. Tel alle resultaten op en deel door $24 \cdot 7305$ .

Nagenoeg. De kleinere tabel geeft als gemiddelde 10,03835 $° C$ , de grote tabel geeft als gemiddelde 10,02927 $° C$ .