Anne en Vinja zijn hun huiswerk aan het maken. Op een gegeven moment vraagt
Anne: Twee keer drie plus vijf kwadraat, dat is toch
honderdeenentwintig?
Welnee,
antwoordt Vinja, Volgens mij komt daar
honderdachtentwintig uit.
Beiden hebben geen rekenfouten gemaakt; ze
hebben alleen de haakjes verschillend geplaatst.
Anne rekent als volgt:
.
Hoe heeft Vinja gerekend?
Bij de rekensom twee keer drie plus vijf in het kwadraat
kun je op nog drie andere manieren rekenen.
Probeer die drie manieren te vinden.
Zoek alle mogelijke antwoorden bij twee min drie maal vijf plus zeven
.
Achmed en Peter hebben ook een meningsverschil. Twee keer drie kwadraat
is volgens Achmed 18 en volgens Peter 36. Achmed heeft
uitgerekend. Wat heeft Peter uitgerekend?
Je hebt eerder rekensommen met haakjes gemaakt. Soms kun je haakjes weglaten
zonder dat de som verandert, soms niet. In de paragraaf Volgorde van
hoofdstuk 1 kwam onder andere de volgende opgave voor.
Iemand heeft een
getal in gedachten genomen. Dat getal noemen we
. Je weet niet
welk getal is;
is een
variabele.
Je
gaat bij de
getallen 4 en 2 optellen. Dat kan
met haakjes:
en zonder haakjes: .
Maakt het iets uit of er haakjes staan?
Je gaat van de getallen 4 en 2 aftrekken. Dat kan
met haakjes:
en zonder haakjes: .
Maakt het iets uit of er haakjes staan?
Je gaat met de getallen 4 en 2 vermenigvuldigen. Dat kan
met haakjes:
en zonder haakjes: .
Maakt het iets uit of er haakjes staan?
Je gaat door de getallen 4 en 2 delen. Dat kan
met haakjes:
en zonder haakjes: .
Maakt het iets uit of er haakjes staan?
Met de getallen 2, 3 en 4 kun je, door optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, machtsverheffen en worteltrekken, veel getallen maken. Bijvoorbeeld:
Maak op deze manier, door 2, 3 en 4 elk precies een keer te gebruiken, de getallen 1 tot en met 10. Je mag ook haakjes gebruiken. Sommige zijn erg lastig; geef het niet te snel op.
Misschien vind je het wel leuk om de getallen 11, 12, 13, ... zo te maken. Ze lukken natuurlijk niet allemaal.
Kun je op deze manier ook getallen maken die groter zijn dan 1000?
Soms kun je haakjes weglaten zonder dat de som verandert, soms niet. Met getallenvoorbeelden kun je achterhalen wanneer dat wel kan en wanneer niet.
Welke gelijkheden zijn juist?
|
|
|
|
Welke gelijkheden zijn juist?
|
|
|
|
Welke gelijkheden zijn juist?
|
|
|
|
In eerdere hoofdstukken heb je de volgorde van de bewerkingen geleerd. Hier staan ze nog een keer op een rijtje.
De volgorde van bewerkingen.
Eerst wat tussen de haakjes staat uitrekenen.
Machtsverheffen (dus ook kwadrateren) gaat voor vermenigvuldigen en delen.
Vermenigvuldigen en delen gaan voor optellen en aftrekken.
Met behulp van deze regels kun je de juiste uitkomst van lange berekeningen vinden.
Als voorbeeld nemen we de volgende berekening:
We doen deze berekening voor. Kijk goed hoe dat werkt.
haakjes wegwerken
|
|||
haakjes wegwerken
|
|||
vermenigvuldigen en delen
|
|||
optellen en aftrekken
|
|||
Je kunt natuurlijk meer stappen in één keer maken.
Maak zo ook de volgende rekensommen.
Daan, Sem en Thomas hebben samen 30 knikkers. Sem geeft
5 knikkers aan Thomas. Thomas geeft er 4 aan Daan en Daan geeft er 2
aan Sem. Nu hebben ze alledrie evenveel knikkers.
Hoeveel knikkers
had Daan eerst?
moet je lezen als het
tegengestelde van
.
lees je als
vermenigvuldigd met
.
Er
geldt:
.
moet je lezen als het tegengestelde van
.
is: het kwadraat van het tegengestelde van
.
Laat zien dat voor , , 3, 12.
en
zijn niet hetzelfde!
Vul maar eens voor
,
,
3, 12 in.
Wat is het verband tussen en ?
Welke van de volgende vier getallen zijn gelijk?
,
,
en
.
Vul voor en
getallen
in, ook negatieve.
Samengevat:
en zijn elkaars tegengestelde
Bereken ,
en .
Je krijgt drie verschillende
getallen, denk aan de volgorde van bewerkingen.
Hoeveel keer zo groot is
als
(zonder rekenmachine)?
Hoe kom je daarop?
, dus is 10 keer zo groot als .
Hoe schrijf je zonder haakjes?
Schrijf , en zonder haakjes.
Schrijf , en zonder haakjes.
Uitdrukkingen met variabelen waar haakjes in voorkomen, kun je ook zonder haakjes schrijven.
Distributiewet
en
,
dus
.
Hier pas je de distributiewet
toe.
Wat zijn de getallen , en ?
De distributiewet
kun je toepassen om
uit te rekenen.
Wat neem je dan voor
,
en
?
Bereken zo de uitkomst van .
Bij de twee gelijkheden kun je plaatjes maken.
In figuur 1 zie je drie
keer dezelfde rechthoek (in tweeën gedeeld).
Kleur op het werkblad in de eerste rechthoek het gebied met oppervlakte
,
in de tweede het gebied met oppervlakte
en in de derde het gebied met oppervlakte
.
Je ziet:
.
In figuur 2 zie je weer drie keer eenzelfde rechthoek (in tweeën gedeeld).
Kleur op het werkblad in de eerste rechthoek het gebied met oppervlakte , in de tweede het gebied met
oppervlakte
en in de derde het gebied met oppervlakte
.
Je ziet:
.
Maar de gelijkheden kloppen voor alle getallen.
Controleer de gelijkheid voor , en .
Schrijf zonder haakjes, zo eenvoudig mogelijk.
en
zijn getallen. Een
uitdrukking als
heet een tweeterm, omdat er
twee termen worden opgeteld;
en
zijn de
termen.
Ook
is een tweeterm;
en
zijn de termen.
is een vierterm.
Om de distributiewet (haakjes wegwerken) extra te oefenen, tot je het snel en foutloos kunt, kun je meerdere keren de volgende mini-loco's maken.
•
Distributiewet (basis)
•
Dubbele distributiewet
![]() Distributiewet (basis)
|
![]() Dubbele distributiewet
|