Door opmeten: de lengteverkleiningsfactor is (ongeveer)
.
Het aantal fietsen in België is dan
miljoen.
Het aantal fietsen in Duitsland is
keer zo groot, dus de lengtevergrotingsfactor is
.
Duitsland moet met zijde
mm getekend worden.
Het aantal verkeersdoden onder fietsers is deel van aantal verkeersdoden in de auto. Het aantal verkeersdoden onder fietsers is .
De lengtevergrotingsfactor van barbiebadje naar het echte bad is . De inhoud van het bad is ml, ofwel liter.
De oppervlakte van het vierkant is
cm2, dus de oppervlakte van het witte deel is
cm2.
oppervlakte wit : oppervlakte grijs =
De oppervlakte van de cirkel wordt keer zo groot, dus opp. ellips = cm2.
Dan moet liggen op de diagonaal van linksonder naar rechtsboven.
Dan moet liggen op de diagonaal van linksboven naar rechtsonder.
Dan moet op beide diagonalen liggen, ofwel in het midden van de rechthoek.
Door opmeten: verhouding
.
Bij A0 is deze verhouding
(of ),
dus het klopt (ongeveer).
Na dubbelvouwen is de hoogte cm
Door het omvouwen van de hoeken, gaat de helft van de breedte, ofwel
cm eraf
De hoogte van de rand is
cm
Het hoedje van ‘t zoontje is gevouwen uit een A1-vel, dus verkleind met factor
(of met de gegeven afmetingen van het A0-vel: de factor is dan
)
De omtrek van het hoedje is dus
cm
(of cm)
Conclusie: het past dus net niet (of net wel, maar dan erg strak)
Anders:
verhouding omtrek hoofden =
en de hoedjes-omtrek hebben verhouding
, dus te klein.
Na dubbelvouwen is de hoogte cm;
Het naar beneden omgevouwen deel van de hoek is cm lang;
De rand is dus cm en is dus net zo groot.
De hoogte van de vulling van het tweede glas is 2 keer zo groot als van het linker glas;
De inhoud van het rechter glas is dus
keer zo groot als van het linker glas, maar dat is vermouth plus gin
dus vermouth : (vermouth + gin) = 1 : 8
Dus vermouth : gin = 1 : 7
De diagonalen van de gele en blauwe rechthoek lopen dus evenwijdig, ofwel ze lopen in elkaar door en vormen samen de diagonaal van de grote rechthoek. Dus de diagonaal van de gele rechthoek valt samen met de diagonaal van de grote rechthoek en is dus ook evenwijdig. Dus ze zijn gelijkvormig (want de diagonalen lopen evenwijdig).
Dan is ook de hoogte 3 keer zo groot als de hoogte van de blauw rechthoek (want gelijkvormig).
Je kunt het gebied dus opdelen in 16 gelijke rechthoekjes en tellen.
geel : rood : groen : blauw = 9 : 3 : 3 : 1
De oppervlakte van elk volgend driehoekje in grootte is telkens het dubbele van de voorgaande.
(Dat kun je bijvoorbeeld inzien door telkens van twee opvolgende driehoekjes het grootste doormidden te delen.)
De verhouding is dus 1 : 2 : 4 : 8 : 16 : 32
Je kunt de achthoek via de 'schelpenmethode' opdelen in 6 driehoeken, dus het totaal van de hoeken is , dus elke hoek is
De lange zijde is net zo lang als een zijde van de achthoek, dus 2 cm
Voor de korte zijde geldt met Pythagoras:
,
ofwel
Het middelste vierkantje heeft oppervlakte ;
De 4 rechthoeken hebben samen oppervlakte
;
De 4 driehoekjes hebben samen oppervlakte
;
De totale oppervlakte is
cm2
Ene driehoek:
Andere driehoek:
De lengteverkleiningsfactor is ;
cm2
De hele figuur kun je opdelen in kleine driehoekjes;
Daarvan zijn er 18 wit en (64 – 18 = ) 46 grijs
De verhouding oppervlakte wit : oppervlakte grijs = 18 : 46 = 9 : 23
Het kleine driehoekje linksboven is gelijkvormig met een grote driehoek;
Zo’n grote driehoek heeft verhouding van rechthoekszijden van (A-formaat);
Ook het kleine driehoekje heeft dus verhouding , ofwel
kopwit : snijwit =
Snijwit en rugwit samen zijn cm;
Snijwit : rugwit = 4 : 5, dus snijwit is
cm
(en rugwit is cm);
Snijwit : kopwit : staartwit = 4 : 2 : 3, dus kopwit =
cm;
staartwit =
cm;
De afmetingen van de bladspiegel zijn
bij cm;
Dat is
De lengtevergrotingsfactor is ,
dus inhoud = liter
De vergrotingsfactor voor de inhoud is (= );
De lengtevergrotingsfactor is ;
De hoogte is cm