Uit een ballon op meter hoogte wordt een zandzakje geworpen. In de tekening hiernaast kun je zien waar het zakje zich na , , , , seconden bevindt. Je kunt de hoogte van het zakje boven de grond ook berekenen, namelijk met de formule .
Controleer in de figuur of de formule klopt voor en voor .
Teken op de GR de grafiek van als functie van . Zet horizontaal uit en verticaal. Kies een geschikt window. Neem de figuur over.
Bereken de afstand die het zakje gemiddeld per seconde valt tussen de tijdstippen
en
.
Dat is de gemiddelde valsnelheid op het tijdsinterval
.
Bereken ook de gemiddelde valsnelheid tijdens de laatste twee seconden van de val.
Het woord
interval
komt uit het Latijn en betekent letterlijk tussenruimte.
Het interval
is de verzameling getallen tussen en ,
inclusief en zelf.
De vierkante haken geven aan dat de getallen en zelf ook mee doen. Bij eenhoekige haken doen de randen niet mee. Bijvoorbeeld:
Tijdsinterval
betekent alle waarden van waarvoor
.
Tijdsinterval
betekent alle waarden van waarvoor
.
We gaan verder met de context van de vorige opgave.
Precies één seconde na het eerste zakje wordt een tweede zakje uit de ballon geworpen.
Teken in de figuur bij opgave 3b de grafiek van de hoogte van dit tweede zakje.
Hoeveel seconden later dan het eerste zakje bereikt het tweede zakje de grond?
Voor het tweede zakje geldt de formule: .
Controleer deze formule voor het begin- en eindtijdstip van zijn val.
Schrijf de formule voor het tweede zakje zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.
Geef een formule voor het hoogteverschil tussen beide zakjes voor het tijdsinterval (dat wil zeggen voor de tijdstippen dat beide zakjes in de lucht zijn).
Teken de grafiek van dit hoogteverschil in de figuur bij opgave 3b.
Op een heldere dag in mei werd in De Bilt 's nachts om 05.00 uur de laagste temperatuur gemeten: C. Overdag liep de temperatuur snel op tot C. Dit maximum werd bereikt omstreeks 15.00 uur.
Hierboven staan drie grafieken.
Welke grafiek geeft volgens jou het beste het temperatuurverloop van die dag weer? Waarom?
De temperatuur (in C) is een functie van de tijd (in uren).
Bereken voor de grafiek die jij bij vraag a gekozen hebt de waarde van
voor de periode van uur 's morgens tot uur 's middags.
Wat is de betekenis van de uitkomst van de vorige vraag?
Rond welk uur van de dag stijgt de temperatuur het snelst?
Hieronder is de groei van een zonnebloem in beeld gebracht.
Hoeveel groeit de zonnebloem gemiddeld per week gedurende de vijfde tot en met de tiende week (dat zijn zes weken)?
In welke week groeit de zonnebloem het snelst?
Met hoeveel cm per dag?
Hiernaast staat de grafiek van
.
Als toeneemt van tot
,
dan neemt toe van
tot .
De gemiddelde groei van is op het -interval
dus gelijk aan
.
Bereken de gemiddelde groei van op de volgende -intervallen: , , en .
Bereken de gemiddelde groei van op het
-interval
.
Je krijgt een formule met erin. Vereenvoudig deze zover mogelijk.
Er is een getal (kleiner dan ) zo, dat de gemiddelde groei van op het -interval gelijk is aan .
Bereken dat getal .
Van een functie wordt de
gemiddelde groei op het -interval
berekend door het
differentiequotiënt
op dat interval uit te rekenen.
(Differentiequotiënt betekent letterlijk "uitkomst van deling van verschillen".)
Ofwel: de gemiddelde groei is gelijk aan de richtingscoëfficiënt van het verbindingslijnstuk tussen de twee punten op de grafiek bij
en
.
We bekijken nogmaals de functie .
Bereken de gemiddelde groei op het -interval .
Wat is de toename op het -interval ?
Wat is de toename op het -interval ?
De gemiddelde toename op het -interval
is dus
. Deze uitdrukking kun je vereenvoudigen.
Wat is die vereenvoudiging?
Waarschijnlijk heb je bij opgave 8d de volgende formule gevonden:
.
In de twee volgende opgaven gaan we deze formule bewijzen.
Voor alle getallen en , met , geldt: .
Waarom staat erbij dat ?
Controleer de juistheid van de formule voor de -intervallen en (zie opgave 7a).
Controleer de formule in het bijzondere geval dat .
Hoe luidt de formule in het bijzondere geval dat ? Klopt dat?
Om de formule in het algemeen te bewijzen, schrijven we de teller van de formule eerst anders:
.
Leg uit hoe de formule volgt uit onderstaande plaatjes.
In deze plaatjes zijn en natuurlijk positieve getallen en is groter dan . Om te bewijzen dat de formule juist is voor alle getallen en moeten we anders te werk gaan.
Laat zien dat de formule juist is door de haakjes uit te werken in .
Uit de voorgaande opgaven volgt het volgende.
De gemiddelde groei van
op het -interval
(met )
is
.
Geef (zonder veel rekenen) de gemiddelde groei van
op de volgende
-intervallen:
,
en
.
Geef de gemiddelde groei van
op de volgende
-intervallen:
,
en
.
(Hierin is een positief getal.)
Bereken de gemiddelde groei van op de volgende -intervallen: , en .
Bereken de gemiddelde groei van op dezelfde drie -intervallen.
Bereken de gemiddelde groei van op dezelfde drie -intervallen.
Voor hebben wij het mooie resultaat dat de gemiddelde groei op het -interval gelijk is aan
.
Bij andere functies zit er vooralsnog niets anders op dan de waarde van het differentiequotiënt uit te rekenen.
In deze opgave bekijken wij de functie .
Bereken het differentiequotiënt van de functie
op de volgende -intervallen, vereenvoudig je antwoord zoveel mogelijk:
en
.
Laat met een berekening zien dat het differentiequotiënt van de functie op het -interval gelijk is aan .
Laat met een berekening zien dat op het -interval geldt .
Laat met een berekening zien dat op het -interval geldt .