Bij
hoort ;
Bij
hoort .
Bij
hoort ;
Bij
hoort .
Bij hoort .
Bij hoort .
Je moet halveren en er daarna bij optellen; .
-
Bijvoorbeeld:
Veelhoekslijn[(2,4),(2,2),(1,2),(1,4),(3,5),(2,5),
(1,6),(1,8),(3,9),(1,11),(1,12),(2,12),(3,10),
(4,10),(5,12),(6,12),(6,11),(4,9),(6,8),(6,6),(5,5),
(4,5),(6,4),(6,2),(5,2),(5,4)]
Veelhoekslijn[(1,2),(2,1),(0,0),(3,0),(3,1),(4,1),
(4,0),(7,0),(5,1),(6,2)]
Veelhoekslijn[(2,7),(2,8),(3,8),(3,7),(2,7)]
Veelhoekslijn[(4,7),(4,8),(5,8),(5,7),(4,7)]
Veelhoekslijn[(6,3),(7,3),(7,2),(6,2)]
Lijnstuk[(3,6),(4,6)]
-
en
Parallellogram
Zie figuur:
:
klopt;
:
klopt;
Snijpunt -as:
invullen geeft
,
dus coördinaten ;
Snijpunt -as:
invullen geeft
,
dus coördinaten
1 dollar is euro, dus 100 dollar is euro, ofwel afgerond
bedrag ($) |
0 |
20 |
40 |
60 |
80 |
100 |
bedrag (€) |
0 |
18,30 |
36,61 |
54,91 |
73,21 |
91,52 |
of
Zie figuur.
1940: 8,8 miljoen; 1975: 13,4 miljoen
Het jaar 1940 zit dicht bij 1945, dus die schatting zal betrouwbaarder zijn dan de schatting voor 1975 dat ergens tussen 1960 en 1985 zit.
Schatting (lijn doortrekken): 17,3 miljoen (of 17,2 miljoen, want lijkt afnemend stijgend te zijn);
Werkelijk: 16,9 miljoen.
Opgebrand na ruim 150 minuten;
Oorspronkelijke lengte: ongeveer 38 cm.
In minuten wordt de kaars 7 cm korter, dus per minuut wordt de kaars cm korter (of 2,5 mm).
Per minuut cm korter en hij is nog 20 cm, dus dat is nog 80 minuten. Dus de kaars is na minuten opgebrand.
Na 44 minuten is cm kaars opgebrand, dus de kaars was in het begin cm lang.
2 dagen: 14,1 km; 4 dagen: 20 km; 6 dagen: 24,5 km
Lijn in de grafiek doortrekken; zie figuur bij vraag a; schatting 32 km
tijd (dagen) |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
straal (km) |
10,0 |
14,1 |
17,3 |
20 |
22,4 |
24,5 |
26,5 |
opp. (km2) |
314 |
625 |
940 |
1257 |
1576 |
1886 |
2206 |
Er komt telkens (ongeveer) 314 (km2) bij, dus na 10 dagen is de oppervlakte
km2;
De straal is dan
km.
Grafiek 1 hoort bij vaas C, want de waterhoogte neemt gelijkmatig toe. Dat kan alleen als de vaas even breed blijft.
Grafiek 2 hoort bij geen enkele vaas, want de waterhoogte is toenemend stijgend en daarna afnemend stijgend. Dus moet de vaas onderaan breed zijn en dan smaller worden en dan later weer breder worden. Zo'n vaas is er niet bij.
Grafiek 3 hoort bij vaas A, want de waterhoogte is afnemend stijgend. Dus moet de vaas van onderaan smal naar steeds breder lopen.
Grafiek 4 hoort bij vaas B, want de waterhoogte is toenemend stijgend. Dus moet de vaas van onderaan breed naar steeds smaller lopen.
Zie hieronder de grafiek bij vaas D.
Zie figuur.
Bijvoorbeeld
,
,
,
,
;
Verband: de eerste en tweede coördinaat zijn gelijk;
Formule: .
Bijvoorbeeld , , , ,
Snijpunt
Nee, want voor de punten op de lijn door
en geldt dat de tweede coördinaat 8 minder is dan
het dubbele van de eerste coördinaat
(formule: );
bij
hoort dan en dus niet
.
,
Eerste mogelijkheid:
en ;
Tweede mogelijkheid:
en .