De piramide is 2 cm hoog. De ribben in het grondvlak zijn 2 cm. Hieronder zie je de drie aanzichten. Ribbe kun je alleen in het zijaanzicht meten, ribbe alleen in het vooraanzicht.
In de figuur zie je een uitslag van een driezijdige piramide. De ribben van het grondvlak zijn 2 cm en de opstaande ribben cm.
Een uitslag is een bouwplaat zonder plakrandjes.
In de figuur staat een torentje.
en zijn buitendiagonalen. en zijn binnendiagonalen.
Vanuit kun je vier binnendiagonalen tekenen. In vlak liggen twee binnendiagonalen. In balk heb je vier binnendiagonalen. Er zijn dus binnendiagonalen.
Er zijn buitendiagonalen.
Er zijn ribben. Dus er zijn verbindinglijntjes tussen de negen punten van de toren. Dat klopt met de formule uit
hoofdstuk 2: het aantal verbindingslijntjes tussen punten is .
Je kunt de lengte van een verbindingslijntje niet altijd in een ruimtelijke tekening meten. Dat kun je wel door een vlak waar dat lijntje in ligt, op ware grootte te tekenen.
Voorbeeld
Veronderstel dat het grondvlak van het torentje hiernaast 3 bij 3 cm is, dat vlak op hoogte 4 cm ligt en op hoogte 7 cm. Als je de lengte van wil weten, teken je een vierkant van 3 bij 3 cm en meet de lengte van een diagonaal. Je vindt cm.
Als je de lengte van wil weten teken je driehoek . Die is "onder aan de basis" 4,2 cm breed (want is even lang als ) en ligt daar midden boven op hoogte 7 cm. Je vindt: cm
Euclides bewees dat er vijf regelmatige veelvlakken zijn.
het regelmatige viervlak (een driezijdige piramide waarvan alle zes de ribben even lang zijn)
het regelmatige zesvlak (de kubus)
het regelmatige achtvlak (zie hierna)
het regelmatige twaalfvlak (zie hierna)
het regelmatige twintigvlak (zie hierna)
Je kunt in een ruimtelijke figuur systematisch tellen.
Voorbeelden
Het aantal ribben in een regelmatige twaalfvlak bereken je als volgt. Er zijn 12 vijfhoekige grensvlakken. Elk grensvlak heeft 5 ribben. Elke ribbe ligt in twee grensvlakken. Het aantal ribben van het regelmatige
twaalfvlak is dus .
Het aantal buitendiagonalen van een zevenzijdig prisma bereken je als volgt. In een
zevenhoek heb je diagonalen. Boven heb je dus 14 diagonalen, onder ook. In elk rechthoekig grensvlak heb je er 2. In totaal heb je buitendiagonalen.